woensdag 21 november 2012

Noodlot en schuld. Vrijetijdsfilosofie voor niet-gevorderden.


Ons leven begint met een ongelofelijk toeval; die ene zaadcel die het zo nodig moet halen op die miljoenen anderen om uitgerekend bij die ene eicel terecht te komen.
Het eerste dominosteentje van een eindeloze rij van miljarden steentjes, die een voor een vallen.

En als het laatste valt zijn we dood. (En dat is eigenlijk ook niet het laatste, maar dat is een ander verhaal.)

De overgrote meerderheid van de wereldbevolking gelooft dat dit het werk van een god (of godheden) is en dat hij vanaf dat eerste dominosteentje het heft in handen neemt en de richting bepaalt waarin de steentjes zullen vallen.

Zeldzaam zijn de mensen die nooit eens zeggen: dat kan geen toeval zijn, dat is het noodlot, aan je lot ontkom je niet.
Letterlijk duizenden keren heb ik het gehoord, ook van mensen die denken dat ze niet gelovig zijn.
Bij ons is het oervoorbeeld van ,,dat kan geen toeval zijn’’ het verhaal van wereldkampioen wielrennen Jempi Monseré, wiens zoontje Giovanni, in hetzelfde regenboogtruitje, op haast identieke wijze als zijn vader verongelukte.
En nochtans: de werkelijkheid overtreft altijd de fictie en je kan het zo gek niet bedenken  of het is ooit, ergens, wel eens gebeurd.

Laat ik eerst iets zeggen over mijn overtuiging: alles hangt samen met alles, niets, maar dan ook niets, staat los; enfin, dat is geen overtuiging, dat is een absolute zekerheid.

Stel dat ik me morgen te pletter rij tegen een boom - het laatste dominosteentje - omdat ik even onoplettend was terwijl ik m’n sigaartje probeerde aan te steken met een lege aansteker, op weg naar Van den borre om een nieuwe gsm te kopen.
Dat is het gevolg van een eindeloze reeks toevalligheden.
Ik som er een paar op:
- thuis de verkeerde aansteker op zak gestoken;
- nieuwe gsm omdat ik gisteren 250 euro heb gewonnen met de lotto;
- vorige week terug beginnen roken;
- aansteekpoging net in een flauwe bocht;
- garagist  gezegd dat mijn auto nieuwe banden nodig had.

Zo kan je eindeloos doorgaan, miljarden toevalligheden werkten mee. Als dàt dan dat, als niet dàt, dan niet dat.
Ik zeg maar iets: als ergens in de 13de eeuw een soldaat niet toevallig een meisje had bezwangerd na het wederzijds nuttigen van iets teveel wijn, dan zou ik deze tekst in 2012 nooit geschreven hebben, gewoon, omdat ik er niet zou zijn.

De meeste mensen zeggen dat het geen toeval is.
Wat is het dan wel?

De Godheid, uiteraard.

Voor ik over godsdienst begin, toch even dit: ik zeg absoluut niet dat er geen goddelijke kracht kan bestaan. Hoe zou ik? Hoe zou ik weten wat niemand weet.
Maar volgens mij is het in ieder geval geen man op een wolk, met een baard tot op zijn tenen. Als ze er is, zal het iets zijn dat ons begripsvermogen te boven gaat, iets anders dan wat wij in onze fantasie graag geloven.

Voetballers - vooral zwarte - hebben er een handje van weg. Hoe vaak heb ik in de krant niet mogen lezen: ik zal veel goals maken als God dat wil. (Het zijn vooral aanvallers die daarvoor op God rekenen, ik heb nog nooit gelezen over een verdediger die zegt: ik zal veel ballen wegkoppen als God dat wil.)

Een goede vriend van mij, een verstandig en diepgelovig man, vertelde mij dat hij zich bij een of andere dienst moest verantwoorden voor een illegaal bouwsel. Vooraf ging hij langs in de basiliek van Tongeren om Onze-Lieve-Vrouw om enige medewerking te vragen. Hij trof op die dienst een zeer welwillende ambtenaar en achteraf trok hij naar de basiliek om Maria te bedanken.

En nu gij.

Ik kan echt niet geloven in dat soort persoonlijke deals en nochtans, het netwerk is zeer uitgebreid, van Sint-Antonius tot de Clarissen, van het Heilig Paterke over Allah tot Jehova.


Het zou pijnlijk pretentieus zijn om te denken dat ik slimmer ben dan die miljarden mensen, want dat ben ik uiteraard niet.

Hoe komt dat dan toch.

Eerst nog even een omweg.

Goed, je gelooft dat.

Dan moet je er de consequenties bijnemen.

Je wil een bank overvallen, maar je voelt je daar niet goed bij en vraagt de Heer om je tegen te houden, maar dat doet hij niet. Resultaat: mislukte overval, en in je onhandigheid schiet je per ongeluk nog twee bankbedienden dood ook.

Goed, het was hun lot, maar hoe zit het met jouw lot? En met jouw schuld?

Want het lot wist de schuld uit.

Het noodlot en schuld heffen elkaar op.

En dat vind ik een merkwaardige contradictie binnen het katholieke geloof en bij uitbreiding binnen vrijwel alle godsdiensten.

Van het katholicisme weet ik het heel goed: van bij de geboorte tot op het sterfbed worden wij achtervolgd door de priemende ogen van de schuld. Tientallen en tientallen generaties katholieken zijn erdoor geterroriseerd; soms - lang niet altijd - overtuigd en met de beste bedoelingen.

God ziet u, hier vloekt men niet.

(Over seks zal ik maar zwijgen zeker.)

Ik heb al veel gelezen, maar nog nergens heb ik een (in mijn ogen) aanvaardbare verklaring gevonden voor deze merkwaardige tegenspraak.

Als de wil van God  bestaat, dan bestaat schuld niet.

Die stortvloed aan schuld, die in vrijwel alle mij bekende godsdiensten voorkomt, heeft volgens mij een vrij simpele verklaring.

Eerst weer een kleine omweg.

Het drama van vandaag is dat de mens nog altijd niet wil aanvaarden dat hij een diersoort is tussen de andere dieren, alhoewel onweerlegbare bewijzen ten allen kant te vinden zijn, beschreven zijn.
Neen, wij geloven liever dat wij uitverkoren zijn. Het sprookje is te mooi om gewoon weer tussen de bosapen plaats te nemen.

Iedere dier- en plantensoort heeft kunnen overleven door het ontwikkelen van strategieën, vaardigheden en capaciteiten die heel vaak uniek zijn voor de soort; zij die dat niet konden zijn al lang uitgestorven.
De mens is er nog omdat hij op twee pootjes heeft leren lopen en door zijn hersenen heel erg te laten ontwikkelen.

De mens heeft leren denken en dat was een geschenk uit de hemel, want het stelde hem tot veel in staat.
Er was echter een schaduwzijde. Er waren ontzettend veel dingen
die hij niet kon verklaren: het leven, natuurverschijnselen, ziektes, plotse dood, enz.
Er moest dus een kracht zijn, groter dan de zijne die blijkbaar alles kon, een kracht waarvoor zelfs de heerser van de schepping moest buigen.

Dat moest een Goddelijke macht zijn.

God heeft de mens niet geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, de mens heeft God geschapen naar zijn beeld en gelijkenis.

Eens dat gebeurd, was er natuurlijk een grenzeloos ontzag voor de God of de Goden, maar helaas hoorden daar ook angst en … schuld bij.
Men was bang dat het een beetje fel zou gaan waaien en dat men vrouw en kinderen verfomfaaid in een boom een paar honderd meter verder zou terugvinden; en als die berg daar weer eens vuur zou spuwen, was de ellende niet te overzien.
En dus bad men de Godheid om het een beetje kalmaan te doen.

Maar als die berg dan toch vuur spuwde, men had nochtans zo gesmeekt dat hij dat niet zou doen, hoe kwam dat dan toch?
Simpel, de God was boos, de Goden waren boos.
En hoe kwam dàt dan weer?
Iemand, een individu of een groep, had iets héél verkeerds gedaan en daardoor de toorn der Goden gewekt.
Straf was hier op zijn plaats, men moest en zou een schuldige vinden en wees maar gerust, die vond men wel.

Ontzag, schuld en angst, ze zouden de mens nooit meer verlaten.

Een andere zeer prettig gevolg van de installatie van God was orde.
God was orde, de duivel chaos, en omgekeerd.
Orde was overleven, chaos sterven.
Dus: allemaal achter dezelfde vlag van het geloof.

Wandel door de weide van de bijbel en je bent geen drie meter of je wordt omvergelopen door een schaap, een verkenner van de kudde.

Weid mijn lammeren, hoed mijn schapen; in de hemel zal meer vreugde zijn om dat ene weggelopen schaap, dan…

Alle sociologen, alle psychologen zeggen het: de mens is een kuddedier, de eenzaat is een rare vogel, verdacht.
Alleen zijn wij geen kudde schapen.

Wij zijn een roedel wolven.

En ook dat is een gevolg van ons denken.
Dat kon immers niet blijven goed gaan, dat van die God en de mens.
Want wat moesten we ons nu voorstellen bij God, of waren er meerdere Goden?
Zeg het maar als je het weet.
In die kudde werd namelijk gedacht en zoals iedere supporter weet hoe zijn ploeg moet spelen, wist na een tijdje iedereen wat men zich bij die God(en) moest voorstellen.
En dat werkte natuurlijk niet, daar was weer de gevreesde chaos.

Voor de goede orde was eenzelfde godsbeeld levensnoodzakelijk en als dat niet goedschiks kon, dan maar kwaadschiks.
Je moet immers niet vergeten dat God al heel snel een handelsproduct werd, waar heel veel geld mee te verdienen viel.
Geld is niet belangrijk, maar je als er mij een beetje van geeft, zal ik een goed woordje voor je doen bij God. Je kent dat wijsje, het is en wordt in alle toonaarden gezongen.
Pas op, je had en hebt ongetwijfeld idealisten die alleen de goede zaak willen dienen en zij worden enthousiast voor de kar gespannen van minder scrupuleuze zielen die een heel andere geur opsnuiven dan die van Gods Heiligheid.
Zouden er ooit godsdienstoorlogen uitgevochten zijn waarin de wijd openstaande portemonnees niet werden meegevoerd? En vaak de enige reden van die oorlog waren?

Je zou kunnen zeggen dat Amerika toch een uitzondering is, daar is toch godsdienstvrijheid, geen godsdienstoorlogen.
Dat is maar schijn, God is er even onaantastbaar als bijna overal elders. Een presidentskandidaat die openlijk zegt dat hij niet in een god gelooft, zal nooit een speech moeten voorbereiden die steevast eindigt met ,,God bless America’’.
De Verenigde Staten hebben trouwens een alternatief om voor te strijden: De Democratie (met de portemonnee wijd open).
En als er vandaag één natie is die niets meer met een democratie te maken heeft, dan zijn het de Verenigde Staten wel.
Trouwens, ik ben een boek van Geert Mak aan het lezen over Amerika en als ik dan wéér eens lees over de godsdienstwaanzin daar, gisteren en vandaag, dan kan ik wel janken.
God die op z’n wolk zit met een notitieboekje op schoot, en naar ons tuurt, waarschijnlijk ondertussen achteloos met zijn tenen spelend.


Ach ja.
God heeft natuurlijk ook heel veel voordelen voor de mens, Hij verenigt, Hij geeft troost en hoop. Je kan een mens die oprecht in God gelooft alleen maar benijden. En ons lot in Zijn handen, het geeft een heel veilig gevoel.

Daarom haat de mens het toeval, het past niet in z’n wereldbeeld, het behoort tot het domein van de chaos. Daarom mogen we niets aan het toeval overlaten, het toeval is willekeur, water dat je in je vuist probeert vast te houden.

Als jongere mensen dit lezen, zullen ze allicht denken: opa, dat is toch iets van vroeger, vandaag is het toch helemaal anders.
Hier en nu, ik druk op de twéé woorden, misschien wel, de jongere generatie van vandaag is inderdaad misschien de eerste die opgroeit zonder dat verstikkende schuldgevoel.
Ik zou zeggen: houden zo. Want denk vooral niet dat het een verworvenheid is, iets onomkeerbaars.
Voor je het weet wapperen er weer vlaggen en is er weer ,,Een Nieuwe Stralende Morgen’’ aangebroken.

Ik denk dat de mens pas bevrijd zal zijn als God zich terugtrekt; alleen zullen we daar niet lang blij mee kunnen zijn, want dan krijgt de roedel wolven - ,,bevrijd van de Leider’’ - vrij spel. En daar zal alleen de duivel om kunnen lachen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten