maandag 4 juli 2011

tu quoque?

Vandaag gepraat met een vrouw die een winkel heeft, en omdat ik er toch was en er geen andere klanten waren dacht ik: nu ik er toch ben kan ik eens met haar praten.
Zo gezegd, zo gedaan.
Ik moet er wel bijvoegen dat het een ontzettend mooie vrouw is.
De onvolprezen Gabriel Garcia Marquez heeft ooit over een vrouw het volgende geschreven: "Alberto Simonds, een grote mulattin uit CuraƧao, die een Spaans sprak dat nog doorspekt was met Papiamento, was in haar jeugd uitgeroepen tot de mooiste van de tweehonderd mooisten van de Antillen."

En dan moet je de vrouwen van de Antillen kennen.

(Tussen haakjes, ik geloof dat ik in een vorig bericht al eens gemeld heb dat je "Kroniek van een aangekondigde dood" onverwijld moet lezen. Vind je het niet goed, hou dan ook maar op met mijn berichten te lezen.)
Niet dat ik ook maar in zijn buurt kom, hoor.
Het verschil tussen vierde provinciale en de Champions League is groot.

De vrouw waar ik het over heb is echt een mooie vrouw, ik zou ze niet loslaten op de Antillen, maar toch.

En wat wil het toeval, mijn vrouw is met een paar koorgenoten op vakantie in Spanje. Om te genieten van een meer dan welverdiende rust. Het is haar meer dan gegund.

Ik was dus alleen met die bloedmooie vrouw en we hadden het over onze ouders.
Ik was, om het gesprek op gang te brengen, over haar zoon begonnen, die bij haar in de zaak een vakantiejob heeft.
Hij was er niet, zij gelukkig wel, en ze zei me dat het maandag was en dat haar vakantiejobbende zoon daar last van had.

Ze zei me dat zij indertijd nooit na zes uur mocht opstaan, dan was je een luierik van het zuiverste water.
Ze zei me dat haar zaak zes dagen van de zeven van de morgen tot de avond open was en dat ze enkele jaren geleden op zondag wel eens met de kinderen naar een pretpark trok.
De volgende morgen stond haar vader aan de deur om te vragen of ze op zondag niet beter onkruid kon wieden in plaats van dat janhagel te verwennen.

En toen vroegen die bloedmooie vrouw en ik ons af of dat ook ons deel zal zijn.

Mijn vader zei vaak: "Als gij denkt dat mama en ik streng zijn, dan kan ik u vertellen dat ik iets heel anders heb meegemaakt."

Tja, zullen die vrouw en ik dat ook ooit moeten aanhoren. Onze kinderen die tegen hun kinderen zeggen: "Wij, vroeger..."

Het zal wel zeker.

Die vrouw is nog altijd bloedmooi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten