woensdag 27 april 2011

heerlijk

Wee, o wee, de vrouw die dezer dagen een moestuinierende man in huis heeft. Zij zal het dansen op een slappe koord tot in de perfectie moeten beheersen of er wachten haar donkere dagen met een immer mokkende huisgenoot.
Het begint met sla.
Het is opletten geblazen van omstreeks half maart.
Hij heeft de eerste zaadjes nauwelijks in de grond gestopt, maar zijn fantasie heeft de realiteit al bij de staart.
Mevrouw, om eerste schermutselingen te vermijden laat je vanaf nu de sla best in de winkelrekken liggen.

'Hebt ge nu nog sla meegebracht, ge weet toch dat ik al bijna sla heb, veel betere.'
'Dat is toch nog een beetje vroeg, schat.'
'Het is nog efkes, ja, maar ge moet nu al dat geld toch niet uitgeven aan die brol, 't is just schuurpapier. Gij zoudt iedere dag sla meebrengen en als mijne sla goed is, dan zijt ge het moe; dan is het van: toch niet weer sla. Dat is begot toch ieder jaar hetzelfde, moet ik al die schoon, malse kroppen aan de kiekens geven misschien? Of aan uw ma, die heeft mijne kop nog niet gezien, of 't is van 'hebt ge me gene krop sla', kan die haren eigen sla niet kopen, de gierige pin.'

Mevrouw, breng mee wat je wil, al zijn het voederbieten, maar laat de sla waar hij is, de kans dat hij erom vraagt is uiterst gering.

Half april, D-day nadert, zijn zaad heeft zes blaadjes geworpen en hij is al daar met zijn sla.

'Is dat niet wat vroeg, schat?'
'Hoezo vroeg? Moet ik wachten tot hij doorgeschoten is? Het is toch nooit goed. Eerst zit ge te zagen over sla en als er dan sla is, dan is het ook niet goed. da's hier altijd hetzelfde.

En dus worden de blaadjes verorberd.

'Hoe vindt ge hem?'
'Wie? Mathias?'
'Mathias? Hoezo Mathias? Welke Mathias? Mijne sla godverdomme.'
'Oh, pardon, goed.'
'Hoezo goed? Gewoon maar goed?'
'Neenee, heel goed. Echt waar, héél, héél goed.'
...

'Heerlijk.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten